Monitor mbo

Monitoronderzoek: brede monitoring van de invoering en uitvoering van Passend Onderwijs in het mbo. Vervolg op de nulmeting binnen de Kortetermijnevaluatie (2014-15).

Passend Onderwijs heeft voor het mbo wel vergelijkbare doelen als in het po en vo, maar het wettelijk en beleidsmatige kader voor de mbo-instellingen verschilt op belangrijke punten. Zo bepalen instellingen zelf op welke doelgroepen zij Passend Onderwijs van toepassing achten, hoeveel en welke middelen zij daarvoor beschikbaar maken en welke criteria voor toewijzing zij hanteren. Er zijn echter ook tal van overeenkomstige aspecten tussen mbo en po/vo. Zo is de rol van afspraken in de onderwijsovereenkomst (OOK) in het mbo vergelijkbaar met het ontwikkelingsperspectief in po/vo. Ook gelden vergelijkbare vraagstukken rondom financiering, centraal versus decentraal beleid, dekkendheid van het voorzieningenaanbod en samenwerking met derden.

Het aantal (wettelijke) verplichtingen voor mbo-instellingen in het kader van Passend Onderwijs is beperkt. Belangrijk is de vraag hoe de instellingen Passend Onderwijs opvatten en welke invulling zij daaraan geven. Uit de nulmeting is gebleken dat instellingen verschillende afbakeningen kiezen van Passend Onderwijs. De vervolgmetingen moeten duidelijk maken of dat onderscheid zich voortzet en wat daarvan dan de effecten zijn.

Thema’s die in dit onderzoek aan bod komen:
In de monitor komen alle onderzoeksthema’s aan de orde (voor zover te onderzoeken met het monitorinstrument). Per thema is in steekwoorden aangegeven wat voor het mbo specifiek relevant is.

  • Zorgplicht (toelatingsbeleid, toegankelijkheid)
  • Financiering en middelenbesteding (interne toedeling middelen)
  • Rol en taak van de mbo-instelling (wettelijke verplichtingen, eigen beleid, centraal/decentraal beleid)
  • Dekkend aanbod en voorzieningenaanbod (eerste en tweedelijns ondersteuning, inbreng van derden)
  • Toewijzing en hulp op maat (afbakening doelgroep, toewijzingscriteria)
  • Positie en tevredenheid ouders (informatie en betrokkenheid ouders, rol volwassen student)
  • Werken met (afspraken in de) onderwijsovereenkomst (omgang met de OOK-bijlage, registratie OOK-bijlagen, gebruik van de OOK-bijlage als instrument voor ondersteuning)
  • Onderwijs-jeugdzorg-gemeenten (afstemming/samenwerking met gemeenten en andere partijen, waaronder andere mbo-instellingen)

Aansluitend op de andere deelonderzoeken wordt ook in de mbo-monitor specifiek gekeken naar de onderwerpen thuiszitters, bureaucratie en de rol van de Inspectie.

De hoofdvragen voor dit deelonderzoek luiden:

  • Hoe ziet de inhoud en vormgeving van Passend Onderwijs eruit in het mbo?
  • In welke mate worden daarmee (eigen en/of landelijke) doelstellingen van Passend Onderwijs bereikt?
  • Wat zijn mogelijk onvoorziene/onbeoogde/ongewenste effecten?
  • Is er samenhang tussen de gekozen inhoud/vormgeving van Passend Onderwijs en de mate waarin doelen (en andere effecten) worden bereikt?

Specifieke deelvragen hebben betrekking op de thema’s zoals genoemd en sluiten aan op de vragen die eerder ook in de nulmeting zijn gesteld. Voor alle onderwerpen geldt dat waar mogelijk een vergelijking met de nulmeting wordt gemaakt om ontwikkeling in kaart te brengen.

Opzet:
Alle mbo-instellingen worden benaderd.  De succesvolle werkwijze van de nulmeting wordt opnieuw toegepast (beroep op ondersteuning door MBO Raad, actieve benadering alle instellingen).

Onderzoeksmethode en verantwoording:
De methode van de nulmeting bouwt voort op die uit de nulmeting. Anders dan in het PO en VO moet de informatie binnen één instelling op verschillende niveaus worden opgehaald.

  • Benadering van College van Bestuur mbo-instelling
  • Contactpersonen binnen mbo-instelling op verschillende niveaus (beleid, management, uitvoering)
  • Schriftelijke enquête (email/web-enquête)

Bijeenkomsten (2-3) met vertegenwoordigers uit mbo-veld ter validering en verdieping van enquête-uitkomsten

Onderzoeksinstrumenten:
Er wordt gebruik gemaakt van de vragenlijsten uit de nulmeting. Deze worden aangevuld en aangepast, zodat enerzijds continuïteit in de monitoring is geborgd en anderzijds explicieter gekeken wordt naar realisatie van doelen en effecten.

Info over analyses:
Net als in de nulmeting gaat het in de analyses in de eerste instantie om beschrijving: hoe ziet Passend Onderwijs eruit, hoever is de implementatie van beleid gevorderd, welke keuzes worden gemaakt, welke verschillen en overeenkomsten treden op tussen mbo-instellingen.

In de vervolgmetingen ligt het accent daarnaast ook op de mate waarin doelen van Passend Onderwijs worden bereikt en waarin andere effecten optreden. Binnen het mbo wordt geen effectenstudie uitgevoerd op studentniveau. Voor beantwoording van de vragen over doelen en effecten wordt gebruik gemaakt van informatie uit de mbo-monitor, kengetallen, de integrale casestudie en de andere monitoren.

Planning: start- en einddatum 2016

Contactinformatie:
Rita Kennis | Onderzoeker
r.kennis@kbanijmegen.nl | 024-3823239
KBA Nijmegen
Postbus 1422 | 6501 BK Nijmegen
Bezoekadres: Prof. Molkenboerstraat 9
www.kbanijmegen.nl