Impact verevening op beleid samenwerkingsverbanden en scholen

Doel en vraagstelling
In dit onderzoek wordt gekeken naar de mate waarin en wijze waarop de verevening beleid van samenwerkingsverbanden en scholen heeft beïnvloed. Ook is de vraag of, terugkijkend op de grondslag van de verevening, een verdeling van middelen tot stand is gekomen die aansluit bij de verschillen in ondersteuningsbehoeften tussen de samenwerkingsverbanden.

De onderzoeksvragen luiden als volgt:

  • Heeft de verevening (positief of negatief) impact op het beleid en de werkwijze van samenwerkingsverbanden?
  • Heeft de verevening (of het op samenwerkingsverband gekozen beleid als gevolg van de verevening) impact op schoolniveau?

Achtergrond

Met de invoering van passend onderwijs is ook de bekostiging van de ondersteuning voor leerlingen in het po en vo ingrijpend veranderd. Een van de belangrijkste aanpassingen betrof de verevening van de zogenoemde zware ondersteuning.

Opzet van het onderzoek

Het onderzoek heeft de volgende opzet:

  • Selectie van 12 swv-en

6x po en 6x vo; helft met positieve en helft met negatieve verevening op basis van een telefonische benadering van 24 directeuren van samenwerkingsverbanden. De 24 samenwerkingsverbanden worden aselect gekozen uit deelverzamelingen van samenwerkingsverbanden met sterke negatieve of positieve verevening.

Doel is een selectie van cases waar de impact van verevening zichtbaar is en waar aan de hand van groepsgesprekken duidelijkheid kan worden verkregen over in welke mate en op welke wijze de verevening heeft gewerkt.

  • Gespreksronde met deskundigen en belanghebbenden

Ter voorbereiding op de instrumentontwikkeling vindt een gespreksronde met deskundigen en belanghebbenden plaats. Hierin worden onder andere de sectorraden, OCW, en de Onderwijsinspectie betrokken.

  • Groepsgesprekken binnen de geselecteerde samenwerkingsverbanden

Per case vinden twee groepsgesprekken plaats:

  • Groepsgesprek op bovenschools niveau, met (afhankelijk van de lokale situatie) deelname van directeur samenwerkingsverband, bestuurders scholen en samenwerkingsverband, aangevuld met medewerkers die op grond van hun taak/positie zicht hebben op impact van verevening vanuit bovenschools niveau (ondersteuners, leden toelatingscommissie).
    • Groepsgesprek op schoolniveau, met deelname van IB-ers en zorgcoördinatoren.
  • Analyse

De 2×12 verslagen dienen als input voor de analyse en rapportage. De verslagen van de groepsgesprekken worden opgesteld volgens een vast format en gecodeerd voor analyse. In de analyse worden samenwerkingsverbanden vergeleken op de verschillende topics; er wordt gekeken naar verschillen en overeenkomsten tussen de po- en vo-cases en cases met positieve en negatieve verevening; er wordt in de analyse gekeken naar factoren als de omvang en samenstelling van het samenwerkingsverbandverband.

  • Reflectiebijeenkomst

Op basis van de uitkomsten wordt een reflectiebijeenkomst georganiseerd met een selectie van respondenten uit de cases aangevuld met vertegenwoordigers van landelijke organisaties en wetenschappers. De bijeenkomst heeft tot doel om terug te kijken op de grondslag voor de verevening in relatie tot de impact die de verevening (in de cases) heeft gehad.

  • Conceptrapportage

De uitkomsten van de analyses worden neergelegd in een beknopte conceptrapportage. Daarbij wordt ook gekeken naar de uitkomsten en inzichten uit andere onderdelen van het evaluatieprogramma.

Betrokken doelgroepen

  • Swv-en (directeuren en staf)
  • Schoolbesturen
  • Medewerkers ondersteuning (zorgcoördinatoren en IB-ers) van scholen po en vo

Betrokken sectoren

  • PO en VO, daarbinnen zowel (v)so als regulier onderwijs

Looptijd
Juni 2019 tot februari 2020.

Uitvoering door
KBA Nijmegen, Oberon

Contactinformatie
Rita Kennis
KBA Nijmegen
r.kennis@kbanijmegen.nl / 024-3823239