Verschillen in en scenario’s voor basisondersteuning in passend onderwijs

Doelstelling
In de Tweede Kamer wordt met regelmaat het gesprek gevoerd of er een landelijk niveau voor basisondersteuning passend onderwijs moet komen. Deze wens van de Kamer komt voort uit het signaal dat de basisondersteuning door samenwerkingsverbanden passend onderwijs soms erg algemeen wordt geformuleerd, waardoor het voor leraren en ouders niet altijd duidelijk is wat onder de basisondersteuning valt en wat niet. Ook zijn er vragen over verschillen tussen samenwerkingsverbanden wat betreft definitie van de basisondersteuning.

Naar aanleiding van het Algemeen Overleg op 10 december 2016 heeft de staatssecretaris toegezegd nader te onderzoeken hoe de basisondersteuning er in de samenwerkingsverbanden uitziet en hoe het zit met verschillen tussen samenwerkingsverbanden. Ook is er behoefte aan meer inzicht in de voor- en nadelen van het landelijk vaststellen van een minimum niveau voor de basisondersteuning.
Op verzoek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) onderzoeken we de basisondersteuning als onderdeel van de langetermijnevaluatie passend onderwijs. De volgende vragen worden onderzocht:

  1. Zijn er tussen samenwerkingsverbanden verschillen in basisondersteuning?
    Doen zulke verschillen zich ook voor tussen aangrenzende samenwerkingsverbanden? Is er een samenhang met kenmerken van samenwerkingsverbanden als vereveningsopdracht en/of keuze voor centraal/decentraal beleid?
  2. Zijn er tussen scholen binnen samenwerkingsverbanden verschillen in basisondersteuning? Welke rol spelen schoolondersteuningsprofielen daarbij?
  3. Wat zijn de effecten van deze verschillen? Ontstaan er onduidelijke situaties bij specifieke ondersteuningsvragen? Wat betekent dit voor leerlingen, ouders, leraren, scholen, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden?
  4. Wat zijn voor- en nadelen en verwachte effecten van de volgende scenario’s:
    1. Het landelijk vaststellen van het niveau van basisondersteuning.
    2. Het verwijderen van de wettelijke term basisondersteuning (en de invulling overlaten aan het veld).

Onderzoeksactiviteiten
Het onderzoek bestaat uit twee delen.

In fase 1 (januari-april 2018) voeren we de volgende activiteiten uit:

  • Analyse van ondersteuningsplannen van twintig samenwerkingsverbanden, tien po en tien vo, waaronder aangrenzende samenwerkingsverbanden.
  • Analyse van een steekproef schoolondersteuningsprofielen van scholen in deze samenwerkingsverbanden.
  • Raadpleging digitale panels binnen het evaluatieprogramma.
  • Analyse van reeds beschikbare data uit het evaluatieprogramma over het onderwerp.
  • Korte enquête bij directeuren van samenwerkingsverbanden.
  • Bespreking van het onderwerp in vier focusgroepen met (a) fractiemedewerkers van politieke partijen, (b) vertegenwoordigers van OCW, de raden, vakbonden, inspectie, (c) directeuren en besturen van samenwerkingsverbanden, (d) oudervertegenwoordigers en (e) scholen (intern begeleiders en zorgcoördinatoren.

Het rapport over deze fase verschijnt halverwege 2018.

In fase 2 (januari-december 2018) voeren we de volgende aanvullende activiteiten uit:

  • Bij een steekproef van circa vijftig po- en vijftig vo-scholen/-afdelingen wordt aan intern begeleiders en zorgcoördinatoren gevraagd welke problematiek van leerlingen bij hen onder basisondersteuning of extra ondersteuning valt.
  • Bij een steekproef onder leraren in deze scholen wordt gevraagd welke leerlingen in hun klas extra ondersteuning nodig hebben, op welk gebied, en of dit (volgens de leraar) tot de basis- dan wel extra ondersteuning valt op hun school.
  • In tien samenwerkingsverbanden (vijf po, vijf vo), die we langere tijd volgen in het evaluatieprogramma, vragen we in interviews in de dataverzamelingsronde 2018 specifiek naar dit onderwerp.

Het rapport over deze fase verschijnt in het voorjaar van 2019.

Doelgroep

  • Ouders, leraren, intern begeleiders/zorgcoördinatoren, swv’s, beleidsmakers en de politiek.

Betrokken sectoren

  • po
  • vo

Looptijd
Januari 2018 – voorjaar 2019

Uitvoerende onderzoeksbureaus
Kohnstamm Instituut, Oberon, KBA Nijmegen en RUG afdeling orthopedagogiek

Contactinformatie
Margriet Heim
E-mail mheim@kohnstamm.uva.nl
Telefoon: 020 525 1383