Doorstroom naar het mbo en succes in het mbo van jongeren uit praktijkonderwijs, vmbo-b en vso

Icoon - Publicatie
doorstroom
instroomniveau
loopbaan
mbo
praktijkonderwijs
pro
studiesucces
vmbo
vso
Open publicatiePrint publicatieDownload publicatie

Het onderzoek ‘Doorstroom naar het mbo en succes in het mbo van jongeren uit praktijkonderwijs, vmbo-b en vso’ is uitgevoerd in het kader van het Evaluatieprogramma passend onderwijs. De onderzoekers gaan na of de invoering van passend onderwijs in 2014/15 voor deze jongeren gevolgen heeft voor hun overstap naar het mbo. Dat doen ze door te kijken naar de doorstroom van deze jongeren naar het mbo, zowel landelijk als in regio’s. Daarnaast gaat het rapport in op de loopbanen van deze jongeren in het mbo, op welk niveau ze instromen, en wat hun studiesucces is.

 

Samenvatting

De onderzoeksperiode is 2010-2016.

Het aantal jongeren dat in aanraking is geweest met jeugdzorg en jeugdhulp is de afgelopen jaren flink gestegen, in alle onderwijstypen. In het vso is dit aandeel gestegen van 45% tot 65%, in het vwo van 1% tot 8%.

Voor de leerlingen uit vmbo en vso is de doorstroom naar het mbo de koninklijke weg om een startkwalificatie te behalen. Vanuit het vmbo-b gaat gemiddeld 92% naar het mbo. Vanuit het vso stroomt bijna 41% door naar het mbo; over de onderzoeksperiode daalt dit percentage licht.

Voor de leerlingen die uitstromen uit het praktijkonderwijs is er geen koninklijke weg, de keuze voor arbeidsmarkt of een vervolgopleiding in het mbo liggen beide in de rede. Vanuit het praktijkonderwijs stroomt 49% door naar het mbo; over de onderzoeksperiode is er sprake van een daling, van ruim 3%.

In het praktijkonderwijs stroomt van de leerlingen die in aanraking zijn geweest met jeugdhulp en jeugdzorg ruim 10% minder door naar het mbo. In het vso gebeurt iets opmerkelijks, in 2010 stroomt van de leerlingen die in aanraking zijn geweest met jeugdhulp en jeugdzorg 4% minder door naar het mbo, in 2016 is de situatie andersom, en stroomt van deze leerlingen 11% meer door naar het mbo. In het vmbo zijn de verschillen in doorstroom klein tussen leerlingen die niet of die wel in aanraking zijn geweest met jeugdhulp en jeugdzorg.

Van de leerlingen die starten op mbo niveau 1 zijn de leerlingen uit het praktijkonderwijs het succesvolst, met 77%, gevolgd door de leerlingen uit vmbo-b en daarna uit vso, met 57%. Van de leerlingen die starten op mbo niveau 2 zijn de leerlingen uit praktijkonderwijs en vmbo-b het succesvolst, met 60%. De leerlingen uit het vso zijn het minst succesvol, met 46%.

Voor praktijkonderwijs, vmbo-b en vso zijn de leerlingen die in aanraking zijn geweest met jeugdhulp en jeugdzorg 15-20% minder succesvol dan de overige leerlingen.

In de ontwikkelingen van doorstroom naar het mbo en succes in het mbo is de invoering van passend onderwijs in 2014/15 niet zichtbaar. Een aandachtspunt is wel hoe zowel in het regulier voortgezet onderwijs als in het mbo de doelgroep van passend onderwijs beter zichtbaar gemaakt kan worden.

 

Meer informatie / auteurs:

Pjotr Koopman is sinds 1984 hij werkzaam als opdrachtonderzoeker in verschillende sectoren van het onderwijs. Hij heeft zich intensief beziggehouden met monitoring van leerlingen door het onderwijs en naar de arbeidsmarkt, i.c. van leerlingen met een RVC-beschikking voor Leerwegondersteuning (LWOO) en Praktijkonderwijs (PrO). Hij is gespecialiseerd in longitudinaal schoolloopbaanonderzoek. Hij heeft gepubliceerd over de loopbanen van leerlingen vanaf de peuterspeelzalen tot en met de Open Universiteit. Hij heeft veel onderzoekservaring met de Onderwijsnummerbestanden van DUO en met de databestanden die het CBS opbouwt en beheert.

Guuske Ledoux werkt sinds 1979 bij het Kohnstamm Instituut. Haar eerste project ging over aansluiting tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Veel thema’s zijn er sindsdien bijgekomen, zoals onderwijsachterstanden en onderwijsongelijkheid, onderwijsvernieuwing, onderwijs aan zorgleerlingen/passend onderwijs, schoolkeuze en segregatie in het onderwijs, voor- en vroegschoolse educatie, kwaliteit en kwaliteitszorg, opbrengstgericht werken, burgerschapsvorming, bestuur en beleid, onderzoek samen met de praktijk en 21th century skills. Dit alles vooral in het primair en voortgezet onderwijs. In de periode1990-2015 heeft ze zich als medewerker en later projectleider intensief beziggehouden met het cohortonderzoek in het basis- en speciaal onderwijs (PRIMA cohortonderzoek, COOL5-18, COOL Speciaal). Sinds 2015 is ze coördinator van de landelijke evaluatie passend onderwijs, een onderzoeksprogramma dat wordt uitgevoerd in een consortium van zeven onderzoeksinstituten.
Sinds 2009 combineert ze onderzoekstaken met de functie van wetenschappelijk directeur van het Kohnstamm Instituut. Daarnaast is ze lid van de Raad van Toezicht van enkele Amsterdamse schoolbesturen.

 

Contactpersoon/-gegevens onderzoeker –onderzoeksbureau:

Pjotr Koopman

Kohnstamm Instituut UvA bv
Gijsbert van Tienhovengebouw

Roetersstraat 31  || 1018 WB Amsterdam
Telefoon 020-525 1382 |06 313 222 98| Mail pkoopman@kohnstamm.uva.nl || Web kohnstamminstituut.uva.nl || Twitter @kohnstamm_uva