Monitor toewijzing van extra ondersteuning
Doel en vraagstelling
In passend onderwijs zijn landelijk vastgestelde indicatieprocedures en –criteria afgeschaft en hebben samenwerkingsverbanden po en vo de vrijheid gekregen om naar eigen inzicht vormen van ondersteuning toe te wijzen, met als kader budgetfinanciering. De verwachting is dat dit leidt tot minder labeling en slagboomdiagnostiek, meer hulp op maat, meer hulp in de klas en niet buiten de klas/in aparte voorzieningen, meer flexibiliteit in vormen van ondersteuning (duur, inhoud, locatie), minder complexe procedures en minder bureaucratie. Er zijn echter ook mogelijke nadelen: doordat het overal op eigen wijze gebeurt, zou er sprake kunnen zijn van minder deskundige toewijzing, minder rechtsgelijkheid, minder efficiëntie, minder transparantie/controleerbaarheid, minder doelmatigheid en juist meer bureaucratie.
In 2013 is in een nulmeting in kaart gebracht hoe verschillende actoren binnen de (toen net nieuwe) samenwerkingsverbanden passend onderwijs dachten over de oude manier van toewijzing van ondersteuning, wat betreft de bovengenoemde aspecten. Nu, in 2015/16, gaan we na hoe men denkt over de nieuwe manier.
De vraagstelling voor dit onderzoek is:
- Hoe ervaren/beoordelen verschillende actoren op de onderscheiden aspecten de situatie ten aanzien van toewijzing van ondersteuning, een jaar na invoering van passend onderwijs? In hoeverre is er een verschil met de oordelen over de situatie vóór passend onderwijs, ten tijde van de nulmeting?
- Hoe is de toewijzing van ondersteuning nu feitelijk georganiseerd? Welke keuzes zijn/worden gemaakt? Kunnen daarin modellen worden onderscheiden?
Onderzoeksactiviteiten
Voor onderzoeksvraag 1 worden online enquêtes ingezet voor coördinatoren van samenwerkingsverbanden (alle), voor personen die zich bezighouden met indicatiestelling/toewijzing van steun (eveneens uit alle samenwerkingsverbanden) en voor intern begeleiders po en zorgcoördinatoren vo (steekproef scholen in tien samenwerkingsverbanden). Deze opzet is conform de nulmeting.
Voor onderzoeksvraag 2 worden nieuwe vragen opgenomen in de online enquête (hoofdzakelijk in die voor de swv‘s) en worden daarnaast interviews gehouden met de coördinatoren van de tien samenwerkingsverbanden van de scholensteekproef.
De interviews zijn bedoeld om na te gaan in hoeverre daadwerkelijk gerealiseerd is wat men zich in de voorbereidingsperiode voorstelde en om nadere informatie te vragen over zaken die niet in een enquête kunnen worden bevraagd.
De betrokken doelgroepen in dit onderzoek zijn ib’ers/zorgcoördinatoren, coördinatoren van samenwerkingsverbanden en indicatiestellers/toewijzers van steun in het po en vo.
De looptijd van dit onderzoek is van oktober 2015 tot en met maart 2016.
Contactinformatie
Margriet Heim
Kohnstamm Instituut UvA
mheim@kohnstamm.uva.nl
020 5251383